Max Havelaar
Multatulie
Door:
Stan van Manen
7-Juni-2013
Wat is het cultuurstelsel?
Voor de invoering van het cultuurstelsel was er een
feodaal stelsel. Javaanse boeren en edelen leefden nog met hun eigen tradities.
Nadat Napoleon Nederland veroverde, werd Indië de taak van de heer Daendels.
Hij greep hard in en zorgde dat Nederland echt de baas werd in Indië, en niet
dat de regenten nog veel macht hadden. De regenten konden geen betalingen en
herendiensten meer eisen van de boeren. Regenten werden ambtenaren en boeren
moesten i.p.v. herendiensten landrente gaan betalen.
Daendels was echter niet consequent, hij liet de
bevolking herendiensten uitvoeren om een weg aan te leggen, die over het hele
eiland ging. Hierdoor was de landrente nu een extra last!
De Britten namen in 1811 Indië over en zette het
bewind van Daendels voort, met veel geweld de pogingen van de regenten om de
macht terug te krijgen onderdrukken. Nadat napoleon werd verslagen kreeg
Nederland Indië al weer terug, omdat in het congres van Wenen werd bepaald dat
Nederland een sterke staat moest worden, en daar hoorden volgens de opvattingen
van die tijd koloniën bij.
Er volgde een tijd vol idealisme. Nederland maakte een
zo vrij mogelijke markt. Westerse ondernemers kochten land op van de edelen, en
daarmee ook de herendiensten. Dat werd verboden, maar de boeren hadden daar
niets aan en de planters en edelen verloren hun inkomen.
Nederland kon niet op tegen de Britten een Amerikaanse
concurrentie en daarbij moest het leger steeds vaker optreden, omdat de vorsten
en regenten zich tegen de Nederlandse overheersing verzette.
Nederland had dus veel goede bedoelingen, maar geen
succes. Nederland leed zelfs verlies!
Door alle onvrede gingen de Javanen zich verzetten en
de Java-oorlog volgde. Het duurde 5 jaar, voordat Nederland de oorlog gewonnen
had.
|
Na de Javaanse oorlog ging men terug naar het feodale stelsel. Van den Bosch verzon het cultuurstelsel: De overheid werd eigenaar van de grond en kon daarom cultures (producten) eisen van de Javanen. De Javanen waren volgens hem lui, maar wilde wel werken voor de Javaanse edelen. De Cultures werden gekocht tegen een vastgestelde prijs en Nederland verkocht dat weer tegen een veel hogere prijs op de wereldmarkt. Vooraf werd vastgesteld hoeveel een gewest op moest leveren. De regenten en dorpshoofden kregen hun gezag weer terug. Er was geen sprake meer van het particuliere bedrijfsleven.
Voor Nederland was het
cultuurstelsel een groot succes en kon investeringen gaan betalen en daardoor
beginnen met industrialiseren. Voor de Javanen bleef echter een economie
gericht op zelfvoorziening, daarbij nam de werkdruk flink toe.
Nadelige gevolgen voor de
inheemse bevolking:
-
Werken voor zelfvoorziening
-
Verplichte cultures
-
De rijstvelden werden ingepikt door suiker en
indigo à
die putte de grond ook uit
-
Nog steeds landrente betalen
-
Herendiensten voor hoofden, residenten en ook
het gouvernement
-
Misbruik van ze gemaakt, omdat de bestuurders
een percentage ontvingen van de cultures.
Voordelige
gevolgen voor de inheemse bevolking:
-
Plantloon, daardoor voor het eerst geld in de
economie.
Sinds de
invoering van het cultuurstelsel was er dus veel winst voor de Nederlanders,
maar waarom hebben ze dit dan uiteindelijk afgeschaft?
Liberalen.
Rond 1848
dreigden veel revoluties in Europa. De koning wilde dit voorkomen en vroeg
Thorbecke een nieuwe grondwet te maken. De macht kwam nu in de tweede kamer en
aangezien de Liberalen de rest van de 19e eeuw de macht hadden,
konden zij veel bepalen.
Het
cultuurstelsel paste niet bij de liberalen principes. Gedwongen arbeid
onderdrukte de drang om door werk je eigen bestaan te verbeteren. Als de
Javanen zelf de opbrengst konden verkopen, dan zouden ze geprikkeld worden om
meer te produceren. Ook was de leidende rol van de overheid tegenstrijdig, omdat
de liberalen zo min mogelijk bemoeienis willen van de overheid. Particulieren
moesten weer de ruimte krijgen.
Verder kwam er
veel kritiek, omdat er veel hongersnoden waren. Dit kwam doordat er steeds
minder grond voor de rijst werd gebruikt en de boeren het dus erg druk hadden.
De regering werd ervan beschuldigd alleen naar de schatkist te kijken.
Eerst werd het
cultuurstelsel hervormd:
-
Minder verplicht werk op suiker en koffie
plantages
-
Alleen productieverhoging als er een hogere
arbeidsproductiviteit was.
-
Lagere cultuurprocenten
-
Controle op regenten.
De kritiek
bleef echter toenemen. Vooral door ons boek, Max Havelaar. Het boek speelde de
liberale kritiek in de kaart.
Sinds de
Industriële revolutie ook zijn intrede in Nederland had gedaan, kwamen er
steeds meer ondernemers die veel geld hadden om te gaan investeren. Maar door
het cultuurstelsel konden ze dat niet.
Ook hierdoor kwam er dus steeds meer druk op het cultuurstelsel. Sinds
1860 werden er steeds meer cultures verboden op verschillende producten, met
als laatst de suiker in 1870.
Douwe Dekkers werd in Amsterdam geboren in 2 maar 1820 en ging op de leeftijd van 19 naar Indonesië waar hij na een promotie ging werken als ambtenaar. Batavia, waar hij de eerste anderhalf jaar - los van het Nederlandse, kleinburgerlijke milieu - een vrolijk en afwisselend leven leidde, begon hem steeds meer tegen te staan. Omdat hij bovendien (speel)schulden had gemaakt, solliciteerde hij bij de gouverneur-generaal naar een post in een buitengewest.
Na
aankomst te Batavia eind 1855 werd Eduard Douwes Dekker benoemd tot
assistent-resident van Lebak op Java, waar hij in januari 1856 zijn intrek nam in de hoofdplaats Rangkasbitung.
Dekker was slecht bij kas - onder andere door zijn vrijgevigheid - maar zijn
toekomst zag er gunstig uit: hij had een goede staat van dienst en zou
waarschijnlijk wel tot resident bevorderd worden, met het bijbehorende salaris.
Het liep echter anders. In Lebak werd hij geconfronteerd met ernstig
machtsmisbruik door de plaatselijke Indische hoofden; bovendien meende hij uit
tal van aanwijzingen op te kunnen maken dat zijn voorganger Carolus (in het
boek Slotering genoemd) door de regent was
vergiftigd, naar hij vermoedde wegens diens pogingen om wantoestanden op het
spoor te komen. Op 29 maart 1856 verzocht hij om eervol
ontslag, nadat zijn aanklacht tegen Karta Nata Negara, de regent van het district Lebak, die zijn bevolking meedogenloos
uitzoog, door het Nederlands-Indische bestuur was afgewezen.
In 1887 overleed Dekker op bijna
67-jarige leeftijd tijdens een astma-aanval
in zijn huis te Ingelheim am Rhein.
Na Multatuli's dood ontfermde
zijn weduwe zich - min of meer door geldnood gedwongen aangezien Dekkers nog
wel gokproblemen kreeg - over zijn omvangrijke nalatenschap aan brieven,
waaruit zij in tien boekdelen veel publiceerde. Ze heeft evenwel ook veel
weggelaten en voor altijd vernietigd.
Informatie over het boek
Verschillende verhalen in één verhaal
Multatuli was niet zijn echte naam.
Hij heette Eduard Douwes Dekker en had als ambtenaar in
Nederlands-Indië gewerkt. Multatuli schreef het boek als een 'raamvertelling'.
Dat betekent dat het verschillende kleinere verhalen zijn, die door elkaar heen
lopen en samen één groot verhaal vormen.
Een fantasieloze, gierige man
Het boek opent met het verhaal
van Batavus Droogstoppel. Hij is een handelaar in koffie. Droogstoppel is het
beste voorbeeld van een nare, fantasieloze, gierige man. Hij was het
symbool voor de manier waarop Nederland van zijn kolonie profiteerde.
Droogstoppel krijgt op een dag bezoek van Sjaalman, een oud klasgenoot. Hij
vraagt Droogstoppel om een boek dat hij geschreven heeft uit te geven.
Max Havelaar was het er niet mee eens
Dan volgt het verhaal over de
belevenissen van Max Havelaar in Nederlands-Indië. Max Havelaar is
assistent-resident, dat is een hoge en belangrijke baan. Dit verhaal is voor
een groot deel wat Multatuli/Douwes Dekker zelf heeft meegemaakt. Max Havelaar
neemt het op voor de onderdrukte Javanen (de inwoners van Nederlands-Indië).
Hij wordt tegengewerkt door zijn Nederlandse bazen, maar ook door enkele
Javanen die met de Nederlanders samenwerken. Die profiteren namelijk van de
nieuwe handel.
Een liefdesverhaal of een fel protest?
In het boek worden ook een aantal
aparte verhalen verteld, zoals het liefdesverhaal van Saïdjah en Adinda.
Het is mooi en verdrietig, maar niet zomaar een verhaal. Het laat ondertussen
heel scherp zien hoe de Javanen lijden onder de uitbuiting
en wreedheden van de Nederlanders. Het boek heeft een verrassend einde, de
schrijver (Max Havelaar), snoert zowel Stern als Droogstoppel de mond met zijn
zeer beroemd geworden woorden: "Genoeg, mijn beste Stern! Ik Max Havelaar,
neem de pen op ...!" Als Droogstoppel er tussen wil komen zegt hij:
"Halt ellendig product van vuile geldzucht en godslasterlijke femelarij!
Ik heb u geschapen ... ge zijt opgegroeid tot een monster van mijn eigen
maaksel: stik in koffie en verdwijn!" Dan neemt hij zelf de pen op en
richt hij zich rechtstreeks tot de Koning Willem II en het Nederlandse volk, om
aandacht voor zijn lot en dat van de Javanen.
Het einde van het boek is voor koning Willem III bedoeld. Het is weer een fel protest tegen wat de koning allemaal laat gebeuren in Nederlands-Indië. Als koning is hij ten slotte eindverantwoordelijke voor alle ellende. En hij is degene die het kan veranderen.
Het einde van het boek is voor koning Willem III bedoeld. Het is weer een fel protest tegen wat de koning allemaal laat gebeuren in Nederlands-Indië. Als koning is hij ten slotte eindverantwoordelijke voor alle ellende. En hij is degene die het kan veranderen.
Ontvangst in Nederland
1e kritiek
Het boek kon pas uitgegeven
worden als er verscheidene data veranderd werd. Bijvoorbeeld jaargetallen en
plaatsnamen. Multatuli was het hier eerst niet mee eens. Hij vond dat dan de
echtheid van het boek werd aangetast. Het was geen roman, het was geschiedenis.
Uiteindelijk zwichtte hij onder de druk van de uitgever en veranderde enkele
stukken in het boek. De uitgever wilde namelijk de schrijver Multatuli helpen
en niet de oproerkraaier Multatuli.
Verdere ontvangst
Toen het boek in half mei 1860
verscheen, leek de publieke opinie opeens wakker geschud te zijn als Multatuli
schrijft, en wordt de inboorling willens en wetens uitgezogen, zo vroeg de
recensent zich af. Van groot belang werd de recensie van de hoogleraar Pieter
Veth in De Gids. Hij gaf Multatuli onomwonden gelijk in zijn kritiek op de
regering. Hij stelde dat het cultuurstelsel onmenselijk was. De hele koloniale
politiek was aan herziening toe. Ook waren er natuurlijk negatieve reacties.
Dit kwam vooral van conservatieven die belang hadden in de gevoerde politiek in
Indië.
Naast zijn politieke kritiek werd
Multaltuli ook bewonderd vanwege zijn schrijvers kwaliteiten.
“De schrijver wenscht, slechts gelezen te
worden. Dat die wensch bevredigd zal worden meenen wij hem te kunnen
verzekeren; want wat ook van de polemiek zij, welke zijn boek ten gevolge kan
hebben, niemand die gaarne leest, zal zijn boek onvoldaan uit handen leggen.”
Multatuli
had destijds precies voor ogen wat hij met zijn boek wilde en zou bereiken:
rehabilitatie voor zichzelf, afstraffing van het koloniale bestuur en bovenal
hulp voor de Javaan. Maar geen van de verwachtingen kwam uit. Wél werd
Multatuli op slag beroemd. Wél ging er - zoals Tweede Kamerlid Van Hoëvell het
uitdrukte - een 'rilling door het land'. Maar intussen bleef Dekker berooid, en
werd de Javaan verder mishandeld. 'De Havelaar werd gelezen, men...hoorde my.
Helaas, hooren en verhooren is twee!', schrijft Multatuli later verbitterd op. De
minister van Koloniën erkende kort na de aanval van Multatuli wel de bezwaren
tegen het cultuurstelsel, maar het stelsel werd pas in 1870 opgeheven, na een
langdurige strijd van de liberale politici.
Daarnaast
had hij ermee gestreefd naar eerherstel door de Nederlandse regering en een
leidinggevende functie in Nederlands-Indië, maar dat is hem ook niet gelukt.
De minister van Koloniën erkende kort na de aanval van Multatuli wel de bezwaren tegen het cultuurstelsel, maar het stelsel werd pas in 1870 opgeheven, na een langdurige strijd van de liberale politici.